>> Home >> thema's >> VN-Vrouwenverdrag

 
 

VN-Vrouwenverdrag

tussenkop
Het VN-Vrouwenverdrag (het verdrag tot uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen) is in 1979 tot stand gekomen in het kader van de Verenigde naties. Nederland heeft het verdrag in 1991 geratificeerd. Deze ratificatie heeft zo lang op zich laten wachten, omdat Nederland eerst de nationale wetgeving in overeenstemming met het verdrag wilde brengen. In 2002 is het facultatief protocol bij het VN-Vrouwenverdrag door Nederland geratificeerd. Het Facultatief protocol opent de mogelijkheid om individuele klachten over schendingen van het verdrag voor te leggen aan het VN-Comité dat toezicht houdt op de uitvoering van het verdrag, het CEDAW-Comité. Ook kan dit Comité gevraagd worden onderzoek te doen naar structurele schendingen.
Het VN-Vrouwenverdrag is een bijzonder verdrag. Enerzijds omdat het verdrag alleen rechten toekent aan vrouwen. Het verdrag is daarmee anders dan andere anti-discriminatieverdragen en gelijke behandelingswetgeving, die meestal symmetrisch is: discriminatie op grond van een bepaalde eigenschap is verboden, en niet alleen discriminatie van degenen die op grond van die eigenschap zijn achtergesteld. Het Vrouwenverdrag kent die symmetrie niet: het ziet alleen op de bescherming tegen discriminatie van vrouwen.
Het verdrag is ook bijzonder, omdat de doelstellingen van het verdrag verder gaan dan het verbieden van discriminatie en het bereiken van formele gelijkheid.
Het VN-Vrouwenverdrag kent drie doelstellingen:
1. Volledige gelijkheid voor de wet en in het openbaar bestuur. Dit houdt in: een verbod van directe en indirecte discriminatie door de overheid, waarbij het verboden is dat te bereiken door de positie van mannen te verslechteren (‘leveling down’). Tijdelijke maatregelen van positieve actie zijn minimaal geoorloofd.
2. Positieverbetering van vrouwen. Dit houdt mede in de bestrijding van alle vormen van discriminatie in de samenleving (ook door anderen dan de overheid) en het stimuleren van noodzakelijke en gewenste ontwikkelingen.
3. Bestrijding van de dominante gender-ideologie en sekse-specifieke stereotiepen.

Praktische gids VN-Vrouwenverdrag voor belangenorganisaties
Naar aanleiding van een project van het Clara Wichmann Instituut (‘de positie van zwarte- migranten- en vluchtelingenvrouwen in het licht van het VN-vrouwenverdrag’) heb ik in 2003 een praktische gids geschreven waarin aan de hand van een viertal voorbeelden uit dat project wordt aangegeven hoe het VN-Vrouwenverdrag gebruikt zou kunnen worden door belangenorganisaties. Deze gids is te bestellen door €5 over te maken op postbank 3294828 t.n.v. M. de Boer, o.v.v. praktsiche gids VN-Vrouwenverdrag.

Brochure facultatief protocol
In 2004 is bij het Clara Wichmann Instituut de brochure ‘Het Facultatief Protocol bij het VN-Vrouwenverdrag, klagen over vrouwendiscriminatie’ door Fleur van Leeuwen verschenen. In deze brochure wordt uiteengezet in welke gevallen een klacht kan worden ingediend over schending van het VN-vrouwenverdrag, en hoe dat moet. Ook deze brochure is bij mij te bestellen: door €5 over te maken op giro 3294828 ten name van M. de Boer o.v.v. brochure Facultatief Protocol.

VN-Vrouwenverdrag
Ik verzorg lezingen en trainingen over het VN-vrouwenverdrag aan onder meer vrouwen-organisaties. Bij deze trainingen maak ik gebruik van de praktische gids over het VN-vrouwenverdrag (link naar praktische gids, zie hierboven) en de brochure over het Facultatief Protocol (link naar brochure facultatief protocol, zie hierboven). Bij een training volg ik bij voorkeur de werkwijze die is beschreven in de praktische gids: samen met de groep wordt ten aanzien van een concreet probleem of knelpunt bekeken op welke manieren het VN-Vrouwenverdrag daarbij ingezet zou kunnen worden.

VN-vrouwenverdrag als toetsingskader
Het VN-Vrouwenverdrag kan dienen als toetsingskader bij het uitvoeren van een (juridische) emancipatie-effect-rapportage (EER). Hiermee kan (voorgenomen) wetgeving of beleid worden geanalyseerd. Ik kan een dergelijke EER opzetten en coördineren, en geheel of gedeeltelijk uitvoeren.
Ik heb in 2001 een emancipatie-effectrapportage op het huwelijksvermogensrecht gecoördineerd. Deze EER werd in opdracht van het ministerie van justitie uitgevoerd door het Clara Wichmann Instituut. Hoofdonderzoeker was mr. Rikki Holtmaat.

TOP

  
................................................................